Gedichten(1913)–V.A. dela Montagne– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 93] [p. 93] Wij zingen, wij, de poëten.. Wij zingen, wij de poëten, van weia, weiala, dideldidom... 't Volk vindt den zang... versleten en de poëten... dom. Wij zingen roerende sagen van weia, weiala, dideldidom... maar 't leed van alle dagen, daar geven wij wat om! Wij zingen van dwergen en elven, van weia, weiala, dideldidom... van sombre spookgewelven, waar nimmer straaltje glom... Wij zingen van reuzen en draken, van weia, weiala, dideldidom... die schuchtere maagdekens schaken en voeren om en om... Wij zingen van kabblende beken, van weia, weiala, dideldidom... van bloemekens die spreken in 't woudlijk heiligdom... [pagina 94] [p. 94] Wij zingen en wij zwoegen, van weia, weiala, dideldidom... den volke ten genoege, - en 't volk loopt naar de kroegen en vindt de poëten.... dom. Vorige Volgende