Gedichten(1913)–V.A. dela Montagne– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 70] [p. 70] De taveerne. Eene echt oudduitsche taveerne, zingende Burschen ter lindebank, op den drempel een blonde deerne, om 't houten geveltjen wingerdrank; van binnen berookte balken, een krachtig bruine schemertint, en een zonnestraal, de schalke, die dartelt over kroes en pint. De tabakswolken blauwen, Poes spint er bij den koelen heerd; en van de wanden schouwen, diep ernstig op den zwijgenden weerd, Feldmarschall' Blücher en keizer Wilhelm en der alte Fritz, mannen van staal en ijzer, een groenomlauwerde heldentrits. Wij zitten bij de open vensters, en in de roomers slank en rank, strooit perels, stralen en gensters de blonde wijn, de heilige drank.... [pagina 71] [p. 71] Als smeltend zilver vloeien de golven van den ouden Rijn, der bergen toppen gloeien in purperrooden avondschijn; in 't dal, wel verre beneden, klinkt stil weemoedig het knapenlied, en diepe, statige vrede wiegt zwijgend over het blauw verschiet.... Biberach, 1879. Vorige Volgende