Gedichten(1913)–V.A. dela Montagne– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 69] [p. 69] Vianden. Machtig zwingt gij, reuzige vest, Titanenwoon in de rotsen gehouwen, torens en tinnen in 't hemelsblauwe; - dreigend bewaakt ge, als de aêr uit zijn nest, bosschen en beemden, en groene landouwen, bergen en stroomen, het heele gewest. En aan uw voet, in den purperen glans der zinkende zonne, vol zalig vertrouwen, gekroond met den wuivenden looverkrans, vreedzaam en stil, schuilt het stedeke thans, met glinsterende ruitjes en rookende schouwen: Niets vreest het van uw reuzige macht, het sluimert gerust in uw hoede en uw wacht. 't Is 't beeld van den stam uit uw wallen gesproten, 't Is 't beeld der Nassouwers, de koenen, de grooten: staal was hun arm voor het vreemde verraad; vaderlijk mild voor den heerlijken staat, voor 't eigene volk, voor Nederlands gouwen, der baren ontworsteld en Spaniëns klauwen.... Vorige Volgende