Gedichten(1913)–V.A. dela Montagne– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] Herfst. Vergangen is de zomer; de lucht is grauw en koud; de Herfst, de grijze droomer Waart door 't geplonderd woud. En sombre, doodsche verwen vervangen groen en rood; 't schijnt alles te willen sterven een kalmen, lusteloozen dood. Den nevelmantel, den valen, slaan reeds de bergen om, en in de droomende dalen vloeien beken loom en stom. Het droef Requiem schallen de horens zwaar in 't rond; de gele blâren vallen en knersen op den grond. De leêge nesten zwijgen; naakt liggen veld en wei; de stammen, met dorrende twijgen, staan als een schimmenrij. [pagina 56] [p. 56] Een stond nog.... diepe vrede; 't is alles ter rust bereid; - Dra komt de Winter getreden die de blanke lijkwâ spreidt. Wiesbaden, 1877. Vorige Volgende