Gedichten(1913)–V.A. dela Montagne– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] De brief. Naar Th. Winckler. Nu luister, moeder, wat Frederik schrijft: ‘Sedan, den tweeden September, mijn beste vader, moederken lief, wij komen naar huis in November. In stukken zijn de Franzosen gehakt, en Napoleon is gevangen; nu moeten we eventjes nog naar Parijs bij trommelslag en gezangen. Hoera! hoog leve prins Frederik, mijn' zorgende oudjes, mijn liefken, en ik.... Wij gaan naar Parijs door dun en dik.... Ik blijve, in trouwe, uw Frederik.’ Moederken vaagt een traan af en zucht: ‘Hij ga in de hoede des Heeren....’ De vader bromt: ‘Ik gaf er wat voor, kon ik nog maar meê marcheeren....’ Vorige Volgende