Gedichten(1913)–V.A. dela Montagne– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] Aan Jan van Beers. Stille drijft door 't volksgemoed, trillend zweeft op duizend tongen, troostend, mildrend, balsemzoet, 't lied door u gezongen! 't Lied waarin uw liefde schreit voor de zwakken en de kleenen, voor die lijden en die weenen, 't lied dat over aardschen jammer 't purper van uw meelij spreidt. Stormend gaat door 't volksgemoed, galmend klinkt van duizend tongen, hoogbegeestrend, vroom en vroed, 't lied door u gezongen! 't lied dat Maerlants rijzen deed, dat, der volksziel zelve ontvloten, beelden, als in brons gegoten, aan de neevlen van 't verleden, aan der eeuwen stof ontreet! Dichter, diep in volksgemoed, 't eeuwig frissche en jonge, klaarheid zaaiend, licht en gloed, is uw woord gedrongen! Zie, hoe frisch het zaad ontschiet: 't zaad met liefderijke zorgen, in den vruchtbren grond geborgen: Heel een volk hangt aan uw lippen dat zich weervindt in uw lied. 1886. Vorige Volgende