Gedichten
(1913)–V.A. dela Montagne– Auteursrecht onbekend
[pagina 31]
| |
Bij de onthulling van Conscience's praalgraf.19 September 1886.Ga naar voetnoot1) Er ging door den lande een' sombere maar,
rouw verspreidend te aller zijden:
de Zanger onzer glorietijden,
de Zanger van ons lief en lijden, -
de Vader ligt op de doodenbaar....
Verlamd is het hart dat, vol verheven gloed,
alleen voor Vlaanderen sloeg; - de zienersoogen
die onze toekomst peilden, vroom en vroed,
ze zijn met eeuw'ge neev'len overtogen, -
verstomd de mond die, tot den laatsten stond,
voor Vlaanderland en voor den volke zong.
En waar die mare binnendrong,
in hut en paleis, in dorp en steê,
- van Limburgs heiden tot de oevers der zee, -
overal bracht zij jammer en wee;
en de bronzen ziele in Belforts en Hallen
trilde.......
*
| |
[pagina 32]
| |
Dan heeft, met koninklijke pracht
heel 't volk zijn bard ter rust gebracht;
ter ruste, in Antwerp's machtige wallen,
zijn bakermat - hem 't liefst van allen;
ter ruste, aan den heerlijken Scheldestroom,
die ruischend zal wiegen zijn vromen droom;
ter ruste, - begraven, met kinderlijk rouwen,
in de aarde van alle Vlaanderens gouwen.
*
Zoo ligt hij nu, begraven onder rozen,
de grijze dichter, midden weeldrig loover
en zonneschijn. In groene hagen zingen
de vooglen hem het lied der eeuw'ge vrede....
Op 't needrig graf bloeit de onverwelkbre lauwer....
En rust geniet, die nimmer ruste kende.
*
En heden, o zanger, o ziener, o vader,
weer staan wij, duizenden, hier vergaard:
wij togen ter vrome pelgrimsvaart
in plechtigen optocht uw grafstede nader:
en 't is uw triomf dien wij huldigen thans, -
voor immer omstraald met onsterflijkheidsglans,
zal rusten des zangers heilig gebeente
in 't machtig gesteente
ten dank hem gewijd door zijn Vlaanderen gansch!
| |
[pagina 33]
| |
En zweeft er uw geest rond onz' juichende scharen,
verneem hij den kreet aller borsten ontvaren:
o vader, uw woord heeft wondren volbracht,
uw voorbeeld wijst ons de baan;
en zijt ge ons ontvallen, frisch leeft uw gedacht,
het leeft en het bloeit van geslacht tot geslacht,
en voert naar het licht ons door nevel en nacht, -
Oud-Vlaanderen zal niet vergaan!
|
|