Gedichten(1913)–V.A. dela Montagne– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] Hendrik Conscience. 25 September 1881. Wanneer de slag gewonnen is, de vijand aftrekt allerwegen, dan plaatst de veldheer zich, te paard, rechts van het front, met uitgetrokken degen. Wat van zijn schitterenden staf na 't heet gevecht is recht gebleven, komt - zwart van stof en kruitdamp nog - den ouden generaal omgeven. 't Geweervuur knettert nog ginds ver; maar de klaroene seint: vergaren!... 't geweer geschouderd, in gelid, verzaamlen zich de moede scharen. De wapens schittren in de zon, de krijgsmarsch dreunt, de vaandels groeten; met luid gejuich, trekt gansch het heer voorbij aan 's ouden veldheers voeten. Hem perelt eene traan in 't oog; hij denkt aan velen die ontbreken, aan 't eigen moeitevol bestaan in zorg en leed en kamp verstreken.... [pagina 30] [p. 30] Maar - en zijn oog verheldert weer; - 't mocht 's landes eer en glorie baten; - hem loont volbrachte plicht, en meer: de trouwe liefde der soldaten. * Gij zijt onze oude generaal: Gij hebt het wachtwoord fier gesproken, ons ouden roem, met sterk gemoed, Europa in 't gezicht, gewroken! Gij zijt onze oude generaal; zoo willen wij voorbij u trekken, den weergalm van uw heerlik lied in 't hart van heel een volk herwekken. Zoo klinkt van Halle- en Belfortspits, zoo juich van elken vlaamschen toren, 't oudvaderlandsche beiaardspel, in oost en west, tot blijde kooren! Dat Roeland luide: Zege in 't land, - en waaie in breede, statige vouwen, de zwarte Leeuw op gouden veld, ter eer U in de Dietsche gouwen! Nu hoog het hart! en hoog het lied! Zie machtig rolt voor uwe voeten een menschenzee, bijeengestroomd om d' ouden veldheer luid te groeten. Gedijd is 't zaad door u gestrooid; uw geestdrift en uw manlik haten leeft voort en groeit en bloeit in ons: uw volk, uw kindren, uw soldaten! Vorige Volgende