Zomervlammen(1922)–Pol de Mont– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 164] [p. 164] Morgen als heden Morgen als heden en heden als morgen luttel gewin, niet te tellen de zorgen! Vrienden, - ja wáár? - doch op al mijn schreden komen de haters mij tegengetreden. Morgen als heden en heden als morgen onspoed te veel -, en geluk, - waar verborgen? Stank voor de diensten, zo velen bewezen, handen, die wonden, maar geen, die genezen...; weifling en angst tussen hangen en worgen - morgen als heden en heden als morgen! Heden als morgen en morgen als heden; wat heb ik méér nu, - genoten? - geleden?... Bij al het wee, dat de ziele mij griefde, had ik één weelde, slechts éne - de Liefde. Alles wat Liefde de mensen kan geven, vulde en verguldde mijn donkere leven; 't schonk mij mijn kunst en verhoogde mijn weten, 't liet mij genieten en deed mij... vergeten! Heden als morgen en morgen als heden, véél méér genoten heb ik dan geleden. Talloos als vliegen, gij plagen en zorgen, komt maar in zwermen - zo heden als morgen! Nijders en haters, op al mijne schreden, komt maar in scharen - zo morgen als heden! Blijf tot het eind in het donker verborgen, wat men geluk noemt - als heden zo morgen! Gij, die 'k eens lief had, voor wie 'k heb geleden, wondt mij, verraadt mij... zo morgen als heden... Laat mij maar vechten, maar tobben en derven, mij Kunst en Liefde, en getroost zal ik sterven. Vorige Volgende