Zomervlammen(1922)–Pol de Mont– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 131] [p. 131] De zeven Luchtlawerken Boven de zeven heuvels van 't gehucht hangen, op trillende vlerken, pal in de azuren meiëmorgenlucht, zeven luchtlawerken; twee in het Oosten, twee in het Zuid, twee in het Westen, één in 't Noord, en hun zevenvoud geluid smelt tot één akkoord! Boven de zeven heuvels van 't gehucht, eindeloos hoog en verre, zijn ze, op de azuren meiëmorgenlucht, zeven donkere sterren; zeven sterren van louter geluid, zeven stemmen en één akkoord, schaterend boven elkander uit, stijgend al maar voort! Boven de zeven heuvels van 't gehucht, hoort gij 't? - van alle zijen, hoog uit de azuren meiëmorgenlucht regent het melodijen... 't Regent van 't Oost en het regent van 't Zuid, 't regent van 't West en van het Noord; 't zijpzapt zeven kelen uit, hoorbaar, woord voor woord: ‘Here! Here! Here! Here! Laat me in de hemel wederkeren, 'k zal nooit meer vloeken of zweren!’ Vorige Volgende