Zomervlammen(1922)–Pol de Mont– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] XXIII O kom en kus met gloênde kussen mijn kussen allë uit mijn mond: hun vuur zal 't wild verlangen blussen, dat hoger oplaait elke stond. Hier, in dees straal van de avondzonne, die goud druipt op uw lokkengoud, hier zal uw ziel, in hemelwonne, mijn ziel wéérzoenen honderdvoud. In 't wondre vuur der zonnevonken, opheemlend, roos en purperrood, leg ik mijn hoofd, van weelde dronken, te rusten, zalig, in uw schoot. Dan, in uw ogen, op uw wangen, smelt samen tot éen zelfde glans het bloedig rood van ons verlangen met al het purper van de trans. Vorige Volgende