Lentesotternijen(1881)–Pol de Mont– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 102] [p. 102] 7. Hier lig ik, verdoken in 't hooge gras, onder de lomrige boomen. Windekens mischen rond mij, in 't gewas... Wat is het hier goed, om te droomen! De bloemekens nikken en knikken rond mij en de vogelkens - schaatrende scharen, - kwikstaertend, zwaaien en zwermen voorbij, als een wind, door de zoevende blaren! Soms gonst een vliegsken rond mijne wang; soms nadert, voorzichtig, een kikker en blijft mij bestaren, een poosje lang; dan weer, met het gekste getlikker, wippen de haasjes van tusschen het graan, en tuimlen, het achterste voren, staan plots weer stil, en kijken me aan, en rechten, verwonderd, hunne ooren. Dan, over dat alles, wijd over 't land, glanst de zonne! - Doch dat er in haas en in kikker en vliegsken, zoo'n edel verstand kon steken, mag menig verbazen; [pagina 103] [p. 103] mij echter, niet langer! - Ik zeg het, voorwaar! Ik heb dat dien dag ondervonden, en 'k wil, in dit zelfde gekeuvel, het klaar en bondig, den lezer verkonden. 'k Vang aan met het vliegsken. - Dat sprak: ‘Och Heer! armzalig de niet getrouwde!... Dat legt zich daar vlak in het zonlicht neer, alsof hem het leven berouwde... Wat staat hem die halsdas koddig verdraaid! Wat staan ze verwilderd, die oogen! En dwars door het wammes, duchtig ontnaaid. pinken reeds de ellebogen.’ - ‘Wel ja, zei Kikker. Dat gaat alzoo! - Waar kan ook een dichter voor zorgen? Borstlen en kloppen, dat doet men zoo noô... Men leeft van den dag tot den morgen... Men ziet het hem aan, dat hij zilver en goud gansch moeitloos weet te verdragen... De broek niet nieuvv... De penter oud! En de vilt wordt hoog van dagen!...’ Toen trok, uit dat alles, het haasje 't besluit: ‘Ja, jongen, zoo ik u mag raden, schud flus uw jongelingspakje dan uit, en begeef u, op breedere paden... [pagina 104] [p. 104] Een vrouwken dat wikt en schikt en flikt, en daarbij nog een zoen laat nippen,’ - en kikker en vlieg hebben ja geknikt - ‘dat laat zich een gek maar ontglippen!...’ Vorige Volgende