Lentesotternijen(1881)–Pol de Mont– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] 5. Jonker Krekel van Klaverghem ging uit op avonturen: zijn herteken zat er fel in de klem! - 't Was in de schemeruren. Daar zet hij zijn sjirpende beenen in gang, daar slaat hij de maat, en begint er een zang, en was het geen Schumann, toch duurde 't vrij lang! - Jonker Krekel van Klaverghem ging uit op avonturen. Onder de klaveren, onder 't gras waarover de windjes dansten, Jonker Krekel verwonderd was dat er zooveel sterrekens glansten. Het pinkelde, winkelde er, al overal, in bosch en veld, langs gracht en wal, wel duizend duizenden in getal; - onder de klaveren, tusschen 't gras, waarover de windjes dansten. Jonker Krekel van Klaverghem, wou graag wel een sterreken winnen! Sleepende, sliepende klonk zijn stem: ‘Goudlichteken; wils du beminnen!’ [pagina 56] [p. 56] Zij pinkten alhier, ze pinkten aldaar, zij vonkten zoo hel en ze blonken zoo klaar. ‘Och, zoo er de schoonste de mijne waar!’ - Jonker Krekel van Klaverghem wou graag wel een sterreken winnen! Van onder een donkeren wilgentronk, liet zacht gefluister zich hooren. 't Was een van de lichtjes dat tegenzong: ‘Mijn jonker! kan ik u bekoren? Ik schitter als goud in vorstlike dracht! Ik slaap aan uw zijde en verlicht u den nacht! Ik heb u reeds weken en maanden verwacht...’ Van onder een donkeren wilgentronk, liet zacht gefluister zich hooren!... .................... Maar toen aan de kimme de morgend blonk, en van 't wiegende-wagende lover de gloeiende zonne droppels dronk, weg! weg was bruidjes getoover. Heer Krekel, ontwakend, wreef de oogen zich uit: afschuwlik een worm was de blinkende bruid, met slijmerige oogen en rimplige huid! - Jonker Krekel van Klaverghem, de glimworm had u bedrogen! Ha! Vorige Volgende