Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Lentesotternijen (1881)

Informatie terzijde

Titelpagina van Lentesotternijen
Afbeelding van LentesotternijenToon afbeelding van titelpagina van Lentesotternijen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.62 MB)

ebook (3.13 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Lentesotternijen

(1881)–Pol de Mont–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 34]
[p. 34]

Een märchen van blaren en vliegen.
17.

 
Nu hoort, wat ik heb afgeluisterd
 
langs heggen en groene hagen.
 
Daar worden wondre geheimen gefluisterd
 
bij nachten - zoowel als bij dagen.
 
De bladerkens weten veel vreemde dingen,
 
de botjes vertellen hoe 't hun gaat;
 
ook weten de kleine vliegen te zingen.
 
En hoort nu, hoe daar ieder praat!
 
 
 
Eerst hoorde ik het bottend hagelover:
 
‘Wat lust en geluk toch is 't leven!
 
Als 't kussen der winden, 't zonnegetoover,
 
gansch de aerd, ja, aan mij werd gegeven!
 
Wat gaat er boven groene blaren? -
 
Wel edel moet mijn afkomst zijn,
 
dat alle die vliegjes die brommend varen
 
toch maar voor mij op de wereld zijn!’
 
 
 
Toen hoorde ik het gouden vliegje fezen.
 
In zuiver Spaansch verhaalde 't:
 
‘o Lent, gij moet gezegend wezen,
 
die ieder wezen zijn staat bepaaldet!
[pagina 35]
[p. 35]
 
Die groote zon, die spelende winden,
 
't gebloemt vol honing nog zoo fijn,
 
die koelende lovers van beuken en linden,
 
voor mij is 't dat ze op aerde zijn.’
 
 
 
Dan heb ik 't vliegjen in 't loof verdoken
 
gevangen, en de blaan gelezen,
 
en beiden fier de les gesproken;
 
en de zon heeft mij gelijk bewezen!
 
‘Gij, loof, U leven zon noch vliegen!
 
gij, vliegje, u bloeit het lover niet!
 
maar blaren en lente, bloemen en wieken,
 
al wat kan ademen, stijgen, vliegen,
 
dat leeft aleen - voor 's dichters lied!’

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken