Lentesotternijen(1881)–Pol de Mont– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] I. Eerste krans. ‘Dag in de lente’. [pagina 3] [p. 3] Lentesotternijen. I. Nu keert de lente weer in 't land. Ik heb mijn venster opengelaten. - Langs wegen en stegen nu meiën geplant; daar walmen balsems langs 's Heeren straten. En waar de Mei zijne bloesems schiet, daar zal ook flus de minne ontkiemen. Des, lieve lent, toef buiten niet, laat frissche geuren mijn hert doorstriemen. Kom in, du, zwoele lentelucht, mijn drooge borst en longen streelen. Een blijde zang, na droef gezucht - zoo zal de Mei alle lijden heelen. Vorige Volgende