Claribella(1893)–Pol de Mont– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 182] [p. 182] XIX. Waar vind ik het kronkelwegje, waarover uw voetje eens liep, wanneer Gij mij tegensneldet?... - De Winter heeft het bedolven.... - De Winter heeft het bedolven diep onder de sneeuw, heel diep. Waar zijn nu de glanzende paarlen, die de madelievenzee spoelde tot op uwe voeten? De Winter heeft ze begraven! - De Winter heeft ze begraven diep onder de blanke snee. Waar is nu de lustige leeuwerik, die zoo dikwijls ons tegenriep, als wij door de weiden stoeiden? - [pagina 183] [p. 183] Zijn lijkje ligt begraven... - Zijn lijkje ligt begraven diep onder de sneeuw, heel diep. En waar zoek ik het stille plekje, waar ik al mijn loodzwaar wee bergen kan onder de aarde? - Ach! Lag het met mij begraven!... - Ach! Lag het met mij begraven diep onder de blanke snee! Vorige Volgende