Claribella(1893)–Pol de Mont– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 166] [p. 166] XIV. Wat staat er het water zoo stil, wat drijft er de hemel zoo snel.... Arm kind, zeg, wéet Gij wel, wat of dit beduiden wil? Als het water zoo stil blijft staan, dat geen rimpel den spiegel verduistert, dan is 't, dat het water luistert,.... dan is 't, dat het water luistert of geen schreden langs d'oever gaan, geen schreden, zwaar en loom, van bedroefde, wanhopige menschen, die het heimlijke plekje wenschen heel diep in den somberen stroom! [pagina 167] [p. 167] Dan ontspruiten, heimlijk, beneden,... dan ontspruiten, heimlijk, beneden, witte rozen en leliën rood voor Dengene, die - moede geleden nog een enkele gunst wil - den Dood! Vorige Volgende