Claribella(1893)–Pol de Mont– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 100] [p. 100] VI. Ik wacht op U. - Zie, in mijn kamer is alles, al U wachtend... Kom, o kom! Mijn ongeduld klopt als een hamer in hoofd en hart, al blijft mijn mond nog stom... Zult Gij nu komen? O kom, - o kom! Uw zetel breidt U mild zijn armen recht over mij, en uwe muiltjes staan gereed bij 't vuur, dat met zijn warmen verkwikkend' adem zal uw lijf omvaân... Zult Gij nu komen? Kom aan, - kom aan! [pagina 101] [p. 101] Mijn knie, waarop Gij paard zult rijen, schalk, speelziek kind, - mijn borst, waarop Gij zacht uw blonden kroezelkop te rust zult vlijen, mijn oog, mijn mond, 't wacht ál U, 't wacht! Zult Gij niet komen vannacht - vannacht? Vorige Volgende