Claribella(1893)–Pol de Mont– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 92] [p. 92] II. Mijn lieveling verwijlt in vreemde streek; - verdwaald, verloren loop ik te zoeken, uur en dag en week mijn uitverkoren, door al de straten, waar wij, zijde aan zij saam mochten dwalen, op al de plekjes, waar zij zat naast mij - in schouwburgzalen, in 't stil vertrekje, 't nestje klein en fijn der stille woning, waar 'k, haar aanhoorend, mocht gelukkig zijn méer dan een koning... - En waar ik loop, daar rijzen stemmen zacht óp in den duisteren, en eensklaps is 't me, of in den stillen nacht ik haar hoor fluisteren... [pagina 93] [p. 93] En 't regent zacht..., een luwe, warme vlaag, met loome droppen, en op mijn voorhoofd voel ik, loom en traag, haar vingertoppen. En op mijn lippen voel ik, o mijn Bruid, uw lippen branden, en strek ik, stilstaand, stom, mijn handen uit, ik voel uw handen... Vorige Volgende