Claribella(1893)–Pol de Mont– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] XXVIII. Als een blonde beek, zilvergekeid, kronklen uw haren, o wonnige meid, over 't gras gespreid, doorweven met rozeblâren. Als twee meren zoo blauw en zoo afgronddiep, dat geen oog aanschouw wat er ooit in sliep, doch waaruit al 't licht van het zonnegezicht de wereld zou tegenstralen, zoo glanzen uw oogen, o wormige meid, zoo lacht mij uw eigene zaligheid, uw kussensweelde en uw minnensgenot [pagina 56] [p. 56] uit uw oogen, uw flonkerende oogen tot in mijn sombere hart, in mijn hart heel diep, en wekt er, en wekt er al 't heil, dat er sliep... Als een blonde beek, zilvergekeid, kronklen uw haren, o wonnige meid, over 't gras gespreid, doorweven met rozeblâren.... Vorige Volgende