| |
[Barbaz, Abraham Louis]
BARBAZ (Abraham Louis), geb. te Amsterdam in 1770 en aldaar overl. 14 Juli 1833. Van de levensbijzonderheden van dezen veelschrijver is mij weinig bekend. In zijn Mengelwerk en Ykant spreekt hij van een verblijf in zijn jeugd te St. Petersburg (waarschijnlijk c. 1776-80), waar twee zijner zusters zijn geboren. Verder schijnt hij zijn leven te Amsterdam te hebben doorgebracht, voor een deel in de betrekking van (stedelijk?) boekhouder. Hij behoorde met Helmers, Loots, Kinker, Fokke, Hoffham e.a. tot den kring van den boekhandelaar Uylenbroek, en was o.a. Tollens' leermeester in het ‘verzen maken.’ B. werkte een veertig jaar voor de pers; zoowel gedichten als geschriften in proza en tooneelstukken zijn van hem bekend; hoewel onder deze laatste oorspronkelijk werk niet ontbreekt, hield hij zich met voorliefde bezig met bewerkingen en vertalingen naar Racine, Corneille, Molière, Voltaire, ook naar lateren als Jouy, Arnauld, C. le Brun. Bijna al zijn stukken voorzag hij van uitvoerige inleidingen, waarin hij uiteenzette in hoeverre hij van zijn bron gebruik maakte en z.i. verbeteringen aanbracht. Want naar zijn meening is ‘de eerste vereischte en verhevenste waarde van een tooneelstuk ... dat de hoofdzaak iets
| |
| |
leerzaams behelzen moet voor het volk in wiens midden dit vertoond wordt’ (voorrede Ericia). Daarnaast is hem ‘de beklagelyke toestand waarin zich hedendaags onze nederduitse zangberg, inzonderheid met betrekking tot het tooneelwerk bevind’ (Elmire) een reden tot schrijven; hij hoopt dat zijn Triomf van de poëet ‘aanleiding moge geven om onze weinige goede vaderlandsche kluchtspellen weder in de smaak te brengen, en bekwamen dichters aan te sporen tot het vervaardigen van nieuwe geestige nastukjes,’ en stelt zich voor door zijn stukken ‘het schouwtooneel te hervormen, dat reeds veel meer naar de kermistent der Vier Kroonen, dan naar den tempel van Melpomené gelykt’ (Barnewel). Hoewel hij herhaaldelijk spreekt van toejuiching, die hij bij kunstkenners ondervindt (zie o.a. Andromaché en Tooneelparodiën) klaagt hij er meer dan eens over dat zijn stukken bijna niet opgevoerd worden (Tooneelpar.; Weekblad De Fortuin, 47; Overzicht van den staat des schouwburgs). De lijst zijner talrijke geschriften is de volgende; waar het tegendeel niet vermeld is, staat de naam van den schrijver hetzij op het titelblad hetzij onder de opdracht, of aan het slot, en is Amsterdam de plaats van uitgave. De groote volksvergadering of de vryheid gestaafd door den Koning der Franschen en begeerd door de natie. Te Parys ... plaats gehad hebbend ... den 14. van Hooimaand 1790. (Zonder afz. titel). Zegengroet aan den grysaart Hendrik Hooft Dz. ter gelegenheid zyner 75ste verjaring 23 Juny 1791. (z. pl. en j.). Philoctetes op het eiland Lemnos, treurspel uit ... Sofokles; en
naar de la Harpe, 1793. De nieuwsgierige; blyspel 1793. Ericia, of de Vestaalsche maagd; treurspel naar ... de Fontanelle ... 1794. De vrede; dichtstuk, 1794. Fabelen en vertelsels naar ... de Florian in nederd. vaerzen ... 1794. 2 dln. (blijkens de voorrede door B. en door P.G. Witsen Geysbeek). De gelykheid, blyspel ... 1795. Vaderl. lierzangen, op de Bat. omwenteling in 1795 ... 1795. De tempel der vryheid in 3 zangen ... 1796. De Scyten, treurspel ... naar ... Voltaire ... 1796. De lof der weldadigheid ... dichtstuk voorgedr. in 1796; ik ken slechts de 3e en verb. druk ... 1832. Aan Joh. Corn. Wattiers na de opvoering van de rol van Obeïde in ... de Scythen ... 1797. Agathocles, treurspel, grootend.... naar ... Voltaire .. 1718 (lees 1798). Aan W. Bingley, de rol van Nero spelende in ... Epicharis en Nero ... 1799. Lierzang op de landing en aftogt der Engelschen en Russen ... in 1799 ... 1799. Elmire de Vilarez, treurspel ... 1799; (‘eigen vinding’). Fabelen en vertelsels ... 2 dln. 1799 en 1801, (grootendeels ‘eigen vinding’). Ofis, treurspel ... naar ... Lemercier, 1800. Ifigenia in Aulis, treurspel ... naar ... Racine .. 1800. Barnewel, tooneelspel, uit het Eng. getrokken door De la Harpe en gev. naar het Fransch, 1800. Herzilia, treurspel ... 1800 (‘getr. uit ... Numa Pompilius van Florian ... echter wat de behandeling aangaat ... eigen vinding’). Makin, of de ontdekking van Madera,
tooneelspel ... 1800 (‘getrokken uit één der zedelijke verhalen van d'Arnaud.’). Andromaché, treurspel ... naar ... Racine ... 1800. Mithridates, treurspel ... naar ... Racine, 1800. Farzalia, 1. en 7. zang ... naar Lukanus door de la Harpe en gevolgd naar het Fransch ... 1801. De Poëet, of de rymdrift, blyspel ... naar ... Piron ... 1801. De huwelyksliefde, of de ware grootheid, tooneelspel ... 1801 (naar aanl. van Les delassemens de l'homme sensible, van d'Arnaud). De triömf van den poëet of de verrassing, blyspel ... 1802, (eigen maaksel, vervolg op De Poëet). De jaargetyden,
| |
| |
dichtstuk; uit ... Saint-Lambert ... 1802; (blijkens de voorrede door B. met H. de Flines en P.G. Witsen Geysbeek). Blanka en Montcassin, of de Venetianen, treurspel ... naar ... d'Arnaud ... 1802. A Buonaparte, premier consul de la Rép. fr. à l'occasion de la paix ... à Amiens .. 1802; doorloopend gepagineerd met de vertaling: Aan Buonaparte ... 1802. Edipus, treurspel ... naar ... Voltaire ... 1803; 2e druk 1821. Aan ... A. Snoek, wegens het spelen der rol van den Cid in het treurspel van dien naam ... 1803. De mensch naakt en gekleed, dichtstuk ... 1803. De wysgeer, of de edele menschenhater; tooneelspel ... Rott. 1803 (uit d'Arnaud getrokken). De Abderiten, of de drift tot het schouwtooneel, blyspel. Rott. 1804 (vrij naar de Moncrif). Liefde en pligt, of de gevolgen der onbedachtzaamheid, tooneelspel, uit het hgd. van Iffland ... 1804. De Fortuin, weekblad bevattende ernstige en boertige mengelingen, in proza en in poëzy, 1 Oct. 1804-23 Sept. 1805; (hierin o.a. vier grootere dichtstukken: Frazine en Melidor (naar Bernard); De luchtöorlog; De schoonheid der vrouwen; De zege des menschdoms door de koepokinënting). Kosroës koning van Persië, treurspel .. naar Lefèvre, 1805. (‘mijn eerste tooneelwerk, met hetwelk ik in 19-jarigen ouderdom, de loopbaan der fraaije letteren ben ingetreden’; toen verscheurd, nu opnieuw bewerkt). Offerhande der vrouwen aan de zindelykheid, dichtstuk, 1805. Het tooneelvermaak. Hekeldicht ... (1e
druk 1805?) 2e druk 1825. La campagne des trois empereurs, poëme, 1806. Amsteldam by nacht beschouwd, boertig dichtstuk, 1807, en 3e druk 1829. Feestplechtigheid ter verjaring (van) ... den koning van Holland, (met de fr. vertaling in doorloopende pagineering, z.j. (1807). Aanspraak gedaan door den akteur J.P. Kroese, bij het openen van den Holl. schouwburg te Amst... 1807; (gedicht). De lichtzinnige of de gevaren der onbedachtzaamheid 1807; (‘oorsprongkelijk’). Amstels schouwtooneel. 1808, 1-43 en 1809, 44-86; (kritiek op opvoeringen in den Amst. schouwburg). Telemon en Polikletes, treurspel, naar het Fransche van L. Barbaz, door hemzelven in nederd. vaerzen overgebracht, 1808; (‘vyf jaren geleden ... in Fr. vaerzen opgesteld, doch ... niet uitgegeven; alleenlijk ... proefje(s) in zeker tydschrift’). De oorlog om twee letters, of Amstel- en Amsterdam, boertig heldendicht, 1808. Hommage à ... Louis Napoléon, roi de Hollande: féte celebrée au théatre royal d' Amsterdam ... paroles de B ... 1808; (fr. en ndl. text). Waardigheid der hollandsche natie in den tegenspoed ... dichtstuk, 1808. De hoovaardige, blyspel naar ... Destouches, 1808. De tooneeldichtkunst, in zes zangen, 1809; (bedoeld als ‘niet onnutte voorschriften’ voor ‘den jeugdigen aankomeling in d(i)e kunst’). 's Waerelds bedrog of het zedelyk blanketsel, hekeldicht, 1810. Lierzang aan het tooneelminnend gezelschap ... Amicitia ... (1810). Hommage à l'etre suprême en vers français et hollandais, 1819 (voorrede 1810).
Mengelwerken in nederd. en fransche vaerzen 1810; (ik ken alleen dl. I, in 5 stukken, bl. 1-408 met bladwijzer; het bevat grootendeels werk, dat nog niet elders is gepubliceerd, en een fransch gedicht van Vitart, A monsieur A.L. Barbaz). Melanië of vaderlyke dwang, tooneelspel ... naar ... de la Harpe, 1812. Nieuwe tooneelpoëzy, 1812-1814, 4 dln. [I: Erigone, (oorspr.) treurspel; Orestes, treurspel, naar ... Voltaire; Adelaide du Guesclin, treurspel ... naar ... Voltaire. II: Idomenéus, koning van Krete, treurspel naar het Fransch van A.L. Barbaz, door hem zelven overgezet; Rhadamistus en
| |
| |
Zenobia, treurspel ... naar ... Crébillon; Melanië of vaderl. dwang; (zie boven). III. Don Pedro, treurspel ... naar ... Voltaire: Ulisses, koning van Ithaka, treurspel; De vleyer of oprechtheid beloond, (oorspr.) blyspel. IV. Semiramis, treurspel ... naar ... Voltaire; Crebillon, of de zegepraal der verdienste, historisch blyspel; Pygmalion, koning van Tyrus, treurspel (getr. uit het 3e en 8e boek van Fénelon, Telemaque). Rhadamistus en Zenobia, 1812 (zie boven)]. De bediller, blyspel, zynde een vervolg op ... De lichtzinnige, 1812. Nieuwe fabelen en vertelsels, 1813; (de woorden ‘eerste deel’ op het titelblad zijn in het ex. dat ik raadpleegde overplakt; hierin o.a. een fransche fabel ‘de eenigste welke ik immer in die taal heb geschreven’). Helena, of de oorsprong des Trojaansche krygs; treurspel, 1813. Sigismundus of het leven is een droom, treurspel, geheel nieuw bewerkt, 1813. Saül, eerste koning van Israël, treurspel ... 1818 (gedateerd 1813). De algemeene vrede, oorsprong van Neerlands geluk; lierdicht, 1814. Apologie des Français, faite par un Hollandais; Leide, 1814; (anoniem, maar door Barbier, Dict. des ouvr. anon., aan B. toegeschreven). Othello, of de jaloersche zwart, hekelspel. (z. pl. en j., gedat. 1814). Don Louis de Vargas, of de edele wreker, geheel nieuw bewerkt, 1815. Tooneelparodiën of hekelspellen, 2 dln., 1815 en 1816 (I: Hypermnaestra of vyftig bruidegoms en bruiden. Othello of
de jaloersche zwart. Elfride of het mooye vrouwtje. II: Demophontes of de verruilde kinderen. De Malabaarsche weduwe of de galante Franschman. De doodelijke minnenyd, of de ylhoofdige generaal. De Cid, of de gevolgen van een' klap.) Wandeling langs den IJkant te Amst. Dichtmatig tafereel ... 1816 en 2e druk 1828. Overzicht van den staat des schouwburgs in ons vaderland ... 1816. Theâtre francais, 1817; [bevat: Télémon et Polyclète, tragédie (1802). Agathocle tragédie de Voltaire ‘avec vers traduits du hollandais (vert. van een verm. ndl. vert. door B. zelf), (1808). Idoménée, roi de Crète, tragédie (1811). Les adieux d' Hector et d' Andromaque, dialogue dramatique (1805). Ten slotte het reeds bovengenoemde gedicht van Vitart met antwoord van B.]. Dichterlyke bloemhof, 1818. Het feest van Thalia, zinbeeldig divertissement, vertoont in den Amst. schouwb... 1818. Johanna, koninginne van Napels, treurspel ... naar ... De la Harpe, 1818; (B. noemt dit zijn 57ste tooneelstuk). Omar, koning van Grenada, treurspel, 1818. (eigen vinding). De logenaar, blyspel ... 1818 (niet naar Corneille, maar oorspronkelijk). Aan ... D. Kamphuyzen, na de reprezentatie van ... De logenaar, 1818. De Henriade van Voltaire, in gelyk getal van nederd. vaerzen overgebragt ... 1819. Maria Stuart ... treurspel ... naar ... P. le Brun ... 1820; 2e druk 1823. Isménor ou la vengeance, tragédie ... 1820. Lof van Neerlands burgerstand. Dichtstuk ... 1821. Vergelijking der nederduitsche en fransche talen,
met betr. tot de fraaije letteren ... 1821. Pasquin, landsheer van Villa Rosa, blyspel ... 1821; (oorspr. stuk). Sylla, of de bevryding van Rome, treurspel ... naar ... E. Jouy ... 1822 en 2e dr. 1824. Lofzang op de koepokinënting ... 1823: (‘hernieuwde uitdrukking der gevoelens ... reeds in 1805 geuit’; zie boven). Weelde en verval, of Amsteldamsch Parys, hekeldicht ... 1825. Ter nagedachtenisse van mynen vrind ... H. van Munster, overl. te Amst. 1825 (z. pl. en j., 1825). Apollo of de geestenoorlog: boertig heldendicht, voorgedragen 1802 ... 1825. Dichterlijke herfstvruchten ... 1825. Lijkplechtigheid van den ... tooneelsp. Talma (gedicht) 1826. Levensschets van den ... tooneelspeler Talma,
| |
| |
meerendeels ... naar ... Moreau ... waarachter een dichtstuk van den overzetter is geplaatst, 1826. Willem van Nassau, treurspel ... naar Arnault, 1826. Gedenkzuil voor ... Wattier Ziesenis, aan derzelver nagedachtenisse toegewyd ... 1827 (gedicht met uitv. aant.). Mas Aniello, of Napels in de war, boertig heldendicht, 1828. Gedenkzuil voor Andries Snoek, 1829 (gedicht met uitv. aant.). La gloire nationale, poème, en deux chans; y joint sa traduction hollandaise, 1831. Bovendien vond ik B. vermeld onder de redacteuren van de Oeconomische courant ter bevordering van nationale huishoudkunde. Amst. 1799-1803. Verscheiden bijdragen van B. komen voor in de Kleine dichterlijke handschriften (1788-1809); en in de Almanak voor verstand en hart (voor 1824-26); voorts is van zijn hand no. 129 der Evang. gezangen; van Vloten, Bloeml. ndl. dichters 19e eeuw II, 244, neemt zijn gedicht Zeevaart op, dat eerst op naam van een ander auteur stond. Een parodie op Ericia is J. Kinker's Ericia of de Vestaalsche maagd, kermistreurspel ... 1799.
Niet zijn mij exemplaren bekend van de volgende, in van der Aa, Biogr. Wdb. genoemde werken: Washington's overgang ter onsterfelykheid, 1800; Ode à l'honneur de Napoléon, 1806; Brief aan J. Meerman over de onbeschaamdheid der naamlooze recensenten, 1810; Ernst en boert, 1830.
Zijn portret is gegraveerd door J.W. Caspari.
Zie: Busken Huet, Lit. fant. dl. 24; Schotel, Tollens en zijn tijd; Bennink Janssonius, Gesch. van het kerkgezang.
Ebbinge Wubben |
|