Liederen voor het vaderland(1792)–Bernardus Bosch, Petronella Moens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 174] [p. 174] De jonge echtgenooten in een' lentemorgen. Wijze: La Danse n'est pas ceque j'aime. vrijhart. Dees pas ontloken roozenknopjens, Zo bloeiend als mijn cloë's jeugd, Zo schuldloos als haar zuivre vreugd, Dees zachtbeglansde morgendropjens Zijn beelden van haar zachte zeden. Cloë! hoe dierbaar zijt ge aan mij! Hoe blij, hoe blij, hoe blij, hoe blij Pluk ik dees roos, pluk ik dees roos, Nu slaat dit hart weêr vrij - nu slaat dit hart weêr vrij. [pagina 175] [p. 175] cloë. Mijn beste vriend! dit vreedsaam lommer, Dat ruischend met het koeltjen speelt, Dit lommer tekent mij uw beeld. Uw cloë kent geen smart - geen kommer; Uw liefde doet mijn blijdschap bloeien; Onze echt is rijk met heil gekroond - Gekroond, gekroond, gekroond, gekroond; Uw trouw, uw deugd, - uw trouw, uw deugd, Beschaâuwt mijn rust, mijn vreugd - beschaâuwt mijn rust, mijn vreugd. vrijhart. Zo vriendlijk als de blonde morgen, Die nijvre vlijt weêr wakker kuscht; Zo vriendlijk is mijn levenslust - Mijn cloë - die de donkre zorgen Voor godlijk liefdevuur doet vlugten; - Wat hemelschoon versiert haar ziel! Haar ziel, haar ziel, haar ziel, haar ziel! Ik roem het uur, ik roem het uur, Toen mij haar deugd beviel, toen mij haar deugd beviel. [pagina 176] [p. 176] cloë. Mijn vrijhart! is dees. bloeiende aarde Voor ons geen oord van zaligheid? Zie, hoe de schoonste hoop ons vleit; Dees liefling, dien u cloë baarde, Dit pand heeft onze min veradeld. Mijn vriend! wij zijn zalig op aard - Op aard, op aard, op aard, op aard; Mijn zuigling lacht, mijn zuigling lacht; Hij is uw liefde waard, hij is uw liefde waard. vrijhart. Uw zuigling, die ons heil bezegelt, Mijn cloë! vleit om liefde en zorg; Mijn vlijft blijft voor zijn welzijn borg. ô Pligten! door natuur geregeld, Ik volg u - ja, ik voel 't - 'k ben vader! Slaap Liefling! slaap op moeders schoot; Hoe groot, hoe groot, hoe groot, hoe groot - Is ons geluk, is ons geluk, Mijn dierbaarste Echtgenoot! mijn dierbaarste Echtgenoot! [pagina 177] [p. 177] samen. Wij volgen vrij de lofgezangen Der vrolijk-dankende natuur; Het zacht-verguldend morgenuur Doet paerels aan de blaadjens hangen. Wij offren dankbre vreugdetraanen. Ons hart klopt zalig, goede God! Ons lot, ons lot, ons lot, ons lot Eischt lofgejuich, eischt lofgejuich Voor zo veel heilgenot, voor zo veel heilgenot. * * * Vorige Volgende