Liederen voor het vaderland
(1792)–Bernardus Bosch, Petronella Moens– AuteursrechtvrijPetronella Moens en Bernardus Bosch, Liederen voor het vaderland. De Leeuw en Krap, Dordrecht / Van Riemsdyk en Van Bronkhorst, Bergen op Zoom 1792
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Meertens Instituut, signatuur: 3978 Gesloten Kast: D 31
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Liederen voor het vaderland van Petronella Moens en Bernardus Bosch uit 1792.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. π2 en π4) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (p. π1)]
LIEDEREN
VOOR HET
VADERLAND.
[pagina ongenummerd (p. π3)]
Liederen voor het Vaderland,
door
Petronella Moens en Bernardus Bosch.
Te Dordrecht by de Leeuw en Krap.
Te Bergen op Zoom by van Riemsdyk en van Bronkhorst.
1792.
[pagina III]
INHOUD
DER
LIEDEREN.
Loflied op den Patriot. Wijze: Pensez vous jeune Lizette. | Bl. 1 |
De Vaderlandsche Moeder. Wijze: ô Kersnagt, schooner dan de dagen, enz. | 6 |
't Laatst Vaarwel van den Patriot. Wijze: Amour! Amour! | 9 |
Vaderlandsliefde. Wijze: Mijn Lief, zo schoon als 't Morgenlicht. | 10 |
De vrije Minnaares. Wijze: Wat is het schoon, het menschdom, enz. | 15 |
De Bruid. Wijze: Laatstmaal als ik in 't maisaisoen. | 17 |
Vrijhart aan cloë. Wijze: Als phoebus met gloeiende straalen. | 20 |
Alcest bij 't graf van roosje. Wijze: Hier ligt mijn damon nu in 't graf. | 24 |
Vrijhart en laura. Wijze: Hoe gelukkig leeft het vee! | 31 |
De aanstaande Moeder. Wijze: Volschoone Meisjens! vrije Telgen! | 35 |
De arme maar vernoegde Moeder. Wijze: Vrolijke uurtjens! | 41 |
[pagina IV]
Moederlijke Wiegzang. Wijze: Een tuinman droef te moede. | Bl. 45 |
De braave Vader aan zijnen Zoon. Wijze: Avec les jeux dans le villages. | 48 |
De geruste Patriot. Wijze: ô Zielverrukkende avondstond! | 52 |
Lentemorgen. Wijze: Bron van 't reinste vergenoegen. | 54 |
De avond aan julia. | 59 |
Avondwandeling met julia. | 62 |
De vergenoegde vaderlandsche Vrouw. Wijze: Kom orpheus enz. | 65 |
Aan mijn vaderlandsche Vrienden. Wijze: Eensaam bosch! enz. | 69 |
Lentelied. Wijze: Filis vol aanminnigheden! | 73 |
Bij de geboorte van een Kind. Wijze: Philis schooa van lijf en leden. | 77 |
De Zomeravond of het Boerenvrouwtjen. Wijze: Zonder liefde, zonder wijn, enz. | 81 |
De jonge Kenkenmeid. Wijze: 't Best op aard is het genoegen. | 86 |
De braave Dienstmaagd. Wijze: Gij, die thands zijt met mij ter jagt. | 91 |
Aan onze zanglievende Vriendinnen. Wijze: Je ne suis qu'une Bergère. | 93 |
De waare Held. Wijze: Men zag dametas langen tijd. | 98 |
De Vrijheid. Wijze: Laat de Sultan welgemoed enz. | 101 |
De eigenbaatige Held. Wijze: Hoe zoet is 't, daar de vriendschap woont! | 105 |
De waare Patriot. Wijze: Gij, die thands zijt met mij ter jagt. | 108 |
[pagina V]
Godvruchtige Zanglust. Wijze: In een' boomgaard colinette. | Bl. 111 |
De moedige Kristen. | 115 |
De Vrijheidsvriend. Wijze: ô Vuige Nijd! | 118 |
De Lente-Avond. Wijze: Charmante fleur quittez ce prus de flore. | 121 |
De jonge Landman. Wijze: Hier heeft mij roozenmond bescheiden. | 126 |
De vlijtige Timmerman. Wijze: Wat doet mij ontstellen? | 130 |
't Patriotsche Meisjen. Wijze: Helden! laat uw' moed opwekken. | 134 |
Bemoediging. Wijze: Wij dragen met gelijke zinnen. | 136 |
Bij het vestigen der Fransche-Constitutie. Wijze: Schoone Beemden! zalig veld! | 140 |
De weldenkende Minnaar. Wijze: ô Zielverrukkende avondstond! | 143 |
De Hoop. Wijze: Hoe schoon licht ons de Morgenster! | 145 |
De blijmoedige Kristen op den laatsten dag van 't jaar. Wijze: Je le compare avec Louis. | 148 |
Nieuwjaarslied. Wijze: ô Kersnagt schooner dan de dagen! | 153 |
Aan 't Vaderland. Wijze: Hoe zoet is 't, daar de vriendschap woont! | 156 |
Richard op het graf van zijne Vrouw. Wijze: Waar heen? mijn ziel! waar heen? | 159 |
De vaderlandsche Vrouw bij het graf van haaren Held. Wijze: Azor! Azor! enz. | 160 |
Zondagslied. Wijze: Laatstmaal had ik mij begeven tot 't jagen. | 162 |
[pagina VI]
De Patriot op het Land. Wijze: Mij dacht, ik lag en sliep, 't was in zoo'n vremden lande. | Bl. 166 |
De Kristen-Patriot. | 170 |
De jonge Patriot. Wijze: Vreest men in Leyden 't oproer niet - waarom? | 172 |
De jonge Echtgenooten in een' Lentemorgen. Wijze: La Danse n'est pas ceque j'aime. | 174 |
De Oostindie-Vaarer. Wijze: Een schrander Advocaat - | 178 |
Herfstlied. Wijze: Men hoort steeds flora's gunsten roemen. | 182 |
Bij 't naderen van den Winter. Wijze: Hoe zoet is 't, daar de vriendschap woont! | 186 |
't Zingande Kind. Wijze: Schoon bloemgewas en jeugdig kruid. | 192 |
't Zesjaarig Meisjen. Wijze: Wel, wat of mijn kindjen schort? | 195 |
De vergenoegde Grijsaard. Wijze: Hoor, annaatje! ik zal verhaalen. | 197 |
De vergenoegde Grootmoeder. Wijze: Wat is ons al vreugd gegeven enz. | 202 |
* * *