Liederen voor het vaderland(1792)–Bernardus Bosch, Petronella Moens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 172] [p. 172] De jonge patriot. Wijze: Vreest men in Leyden 't oproer niet - waarom? Ik wij den vaderlandschen grond - mijn bloed; Mijn wieg, die hier zo veilig stond - wekt moed; Mijn jeugd ontlook hier vrij en blij, Beschaâuwd door Neêrlands Maatschappij, Tot nu, tot nu, tot nu. Mijn kindsheid speelde wel te vreên - ik zag - De vreugd met mij op roozen treên - een lach - Een lach, als hulplooze onschuld vleit, Vergt 't koudste hart tot tederheid - En zorg, en zorg, en zorg. [pagina 173] [p. 173] Maar thands ontsluit zich 't gloriepad - weleer - Met jeugdig heldenbloed bespat - ik leer - Als jongling 't doel van mijn bestaan, Ik voel mijn hart voor grootheid slaan, 'k Ben mensch, 'k ben mensch, 'k ben mensch. Een zucht voor Vaderland en Deugd - ontwaakt - Voor Vrijheid bloeit mijn kragt mijn jeugd - zij blaakt - Zij blaakt in dit gevoelig hart, Dat Eigenbaat en valschheid tart, 'k Ben vrij, 'k ben vrij, 'k ben vrij. Hier - wáár mijn boezem adem haalt - waar 't licht - Voor't eerst mijn oogen heeft bestraald - eischtpligt - Eischt dankbaarheid mijn zorg - mijn bloed; Welaan, ik gloei door trouw en moed, Als held, als held, als held. * * * Vorige Volgende