Liederen voor het vaderland(1792)–Bernardus Bosch, Petronella Moens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 153] [p. 153] Nieuw jaarslied. Wijze: ô Kersnagt schooner dan de dagen! Ik hoor van zegenende lippen De zucht der menschenliefde glippen, Daar vreugd in tintlende oogjens speelt; Dees dag is blijdschap toegeheiligd, Wij bleven 't voorig jaar beveiligd, En zien ons nog door hoop gestreeld. Gods liefde kan geen danklied wraaken, Hij doet zijn kindren wellust smaaken; Hij voelt een goddelijke vreugd, Door liefde en goedheid uit te breiden. Wij zien het licht des heils verspreiden, En juichen in den schoot der deugd. [pagina 154] [p. 154] Uw liefde, ô God! zij lof gezongen, Uw liefde wordt door duizend tongen Het zielenosser toegebragt; Uw liefde doet verrukking gloeien, Uw liefde, ô God! verbreekt de boeien Der diepgetroffen denkingskragt. Wie kan 't verstorven jaar herdenken, En God' geen dankende offers schenken? - Geen offers van ontwaakt gevoel? Wie zag, schoon smart op smart hem griefde, Geen blijken van Gods vaderliefde? Och! dat geen dankbre vreugd verkoel'! Natuurgenoot! zo voorspoedsroozen Bevaliig langs uw paden bloozen, Lees dan Gods trouw - Gods liefde alom; Nooit moet uw ziel aan trotsheid wennen, - Blijf God in 't spelend windje erkennen; Natuur strek' u ten heiligdom. [pagina 155] [p. 155] Bedroefden! die met foltrend lijden, Met armoê en verdriet moet strijden; God vindt geen wellust in uw smart; Den bittren kelk der tegenspoeden Ziet ge eens door 't zoetst genot vergoeden; Dan dankt en juicht 't gelouterd hart. Volmaakte Menschenvriend! mijn zangen, Die de algemeene vreugd vervangen, Versmelten in het choorgejuich - 't Gejuich der vrije hemellingen, Die van uw liefde en glorie zingen; Dat zich de mensch aanbiddend buig'! Bekroon dit jaar met rijken zegen! 't Geluk zweev' elk met de uuren tegen! Zie Grijsheid - zie de onnosle jeugd, Elks lippen zijn door liefde ontsloten; Elk zegent zijn natuurgenooten; - Kroon, blanke oprechtheid! kroon die vreugd! Vorige Volgende