Liederen voor het vaderland(1792)–Bernardus Bosch, Petronella Moens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 101] [p. 101] De vrijheid. Wijze: Laat de Sultan welgemoed enz. Goede God! de mensch is vrij! Nooit kan trotsche dwinglandij, Die ons wettig recht durft schenden, Tegen u de wapens wenden. Goede God! sta onschuld bij! Uw beeld, uw beeld - Dat in Vrijheids trekken speelt. Leert ons op uw hulp vertrouwen; Doe heil aanschouwen! (bis.) [pagina 102] [p. 102] Bloemtjens spreiden lachend schoon Vrij op jonge blaân ten toon'; Vlinders klappen bonte vleuglen; 't Gonsend vliegjen kent geen teuglen; 't Wormtjen volgt geen rijksgeboôn: De vreugd, de vreugd - Vrij van dwang, omhelst de jeugd; Zouden wij in rijper dagen Dan ketens dragen? Vrijheid! neen - gij zegepraalt. 't Licht der waare wijsheid daalt, Nu gevoelt de mensch zijn waarde, Als de majesteit der aarde; Vrij, door godlijk licht bestraald, Trapt hij, trapt hij Grootsch op 't juk der slavernij. 't Recht der volken zal herleeven. Laat heerschzucht beeven. [pagina 103] [p. 103] De eer der wereld wordt hersteld. Domheid zwicht, en woest geweld Ziet haar vuist den staf ontwringen. Juicht, mijn medestervelingen! Juicht, uw ijzren keten smelt; De gloed, de gloed - Die 't gevoel ontbranden doet, 't Vuur der drift voor waare Vrijheid Wekt moed en blijheid. Noord-America! de zon, Die uw ziel ontvonken kon, Was de Vrijheid, die uw rechten Vestigt, onder 't moedig vechten Van uw' eedlen washington; Zijn trouw, zijn trouw Grondt en steunt uw staatsgebouw: Frankrijk zag uw' Vrijheidsluister, En breekt zijn kluister. [pagina 104] [p. 104] Vrijheid zag in Nederland Eeuwen lang haar' tuin geplant - Zouden dan de woeste zwijnen Nu nog zijnen bloei doen kwijnen? ... Wie boeit met een' gouden band Den leeuw, den leeuw - Elk ten hoon, in de achttiende eeuw? Neen! wie hem den muil durft binden, Zal hij verslinden. * * * Vorige Volgende