Kunst en leven, een wankel evenwicht
(1994)–Lut Missinne–Ethiek en esthetiek: prozaopvattingen in Vlaamse tijdschriften en weekbladen tijdens het interbellum (1927-1940)
[pagina 193]
| |
Hoofdstuk 4
| |
[pagina 194]
| |
licisme, omdat daar de creatieve krachten van de mens het volledigst aanwezig waren, d.w.z. met inbegrip van de spirituele en religieuze dimensie. In de Vlaamse periodieken werd omstandig geciteerd uit de filosofischculturele en sociologische geschriften uit de Russische en Duitse cultuursfeer, onder meer uit Wladimir Weidlé, Les abeilles d'Aristée, die de crisis in de moderne kunst toeschreef aan een allesoverheersend rationalisme,Ga naar voetnoot(2) uit Peter Wust, De crisis van het Westersch menschdom,Ga naar voetnoot(3) of Otto Miller, Der Individualismus als Schicksal.Ga naar voetnoot(4) Het essay dat in dit verband de meeste aandacht trok, was ongetwijfeld het werk van de Russische neochristelijke filosoof, Nicolaj Aleksandrovitsj Berdjajev. Zijn boek, De nieuwe Middeleeuwen, werd zowel in katholieke als in Vlaams-nationalistische middens warm onthaald.Ga naar voetnoot(5) In 1927 was in Parijs de Franse vertaling van Un nouveau Moyen-AgeGa naar voetnoot(6) verschenen. M. Belpaire citeerde uitvoerig en instemmend uit deze vertaling in Dietsche Warande en Belfort (DWB 1927:466) en ook Huib Hoste ontdekte in de denkbeelden van Berdjajev grote affiniteit met de lijn die hij in Opbouwen wou uitzetten. In een enthousiaste recensie ‘Naar een nieuwe tijd’ (OB 1928:113-116) beaamde hij Berdjajevs analyse van de crisis in de Westerse beschaving en de noodzaak van een spirituele herbronning aan het Middeleeuwse christianisme. Ook Vlaams-nationalistische publicisten, V. Leemans in Jong Dietschland (JD 1928:385-386) en A. de Poortere in Nieuw Vlaanderen (NV 1938,15:9; ook in HL 1938: 1360) citeerden Berdjajev ter ondersteuning van hun oproepen om aan de individualistische afzondering van de kunstenaar een einde te maken. Met heimwee werd teruggeblikt op het stabiele theocentrisme van de Middeleeuwen, het tijdperk met een synthetische wereldvisie en algemeengeldende waardensystemen. In deze opvatting was de artistieke produktie in de vorige eeuw door een ‘decadent subjectivisme’ van het werkelijke leven afgesneden en in een levenloos estheticisme verzand. Daarom zagen een aantal literatoren heil in het herstel van de directe binding tussen de kunstenaar en de volksgemeenschap waartoe hij behoorde. Volksverbonden kunst, Vlaams-nationale literatuur, volks-dietsche inspiratie stonden in hun literatuurmodel centraal. |
|