Lessen en liederen eener moeder(1882)–C. Michaël– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 191] [p. 191] De traan. Zijne woonsteê is 't ooglid, Zijn geboorteplaats 't hart; Zijne moeder heet vreugde, En zijn vader heet smart. In zijn gloed ligt de vuurkracht En de lucht in zijn schijn; In het vochte de hemel, In het zilte de mijn. Aan de sterren vermaagschapt, Met den ether verwant, - Eene gaaf der vertroosting Uit der Engelen hand. Soms zoo moeilijk te drogen, Te verwekken veeleer; Vaak 't vertoonen zoo pijnlijk, Maar 't verbergen nog meer. Hart en ziele verterend, Als ge in de eenzaamheid weent, Maar tot troost, als met d' uwen Zich een andre vereent. Vorige Volgende