Lessen en liederen eener moeder(1882)–C. Michaël– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 185] [p. 185] Bedenkelijk teeken. ‘Och, dokter! kom eens aan toch, - toe! Mijn dochter is - ik weet niet hoe, - Zij heeft, - haar scheelt, - ja, 'k weet niet wat, Zij ziet zoo bleek, zij voelt zich mat; Geen spijs of drank kan haar bekoren, En slapend doet ze zuchten hooren.’ Hij komt en ziet haar, de oude man, En vraagt en vorscht al wat hij kan; En bij de vraag naar dat en dit Is 't meisje beurtlings rood en wit; - Maar nu wil de arts haar longen hooren, Of dáár de krankte wordt geboren. En als hij nu de borst ontdoet Van 't kleed, - daar staat een roode moet. ‘Wat is dat, kind! wat 'k daar ontdek? Hoe kreegt gij daar die roode plek?’ ‘Neen, dokter! dat geeft niets te vreezen, Dat zal van 't medaillon maar wezen.’ ‘Hm! - medaillon!’ zegt de oude man. De moeder spreekt: ‘Ik weet er van; - Maar waarom lacht ge?’ - ‘Ja, mevrouw! Hoe gaarne ik hier ook helpen zou, Ik kan niet, want voor zulke wonden Is nog geen middel uitgevonden.’ ‘Heeft vuur of zwaard een wond gescheurd, Dan is de hoop nog niet verbeurd; Doch, waar op 't vleesch een medaillon Aldus een afdruk prenten kon, Daar is een toestand ingetreden, Dien nog geen arts genas tot heden.’ Vorige Volgende