Nog eene voorrede.
Ja, nog eene. En nu van mij, om te zeggen, dat ik ‘Lessen en Liederen’ een lief boekje vond, rijk aan opmerkingen, zoo waar, als eenvoudig, zoo nuttig, als juist. Hier en daar doet het denken aan ‘De kleine vossen’, en dat het daaraan denken doet, dat strekt zonder twijfel dit werkje tot lof.
Geen wonder, alzoo, dat ik terstond mijn ja gereed had, toen mijne geachte vriendin, Mevrouw Ackerlin-Gregoor, te Dusseldorp woonachtig, mij vroeg: ‘als ik de lessen vertaal, wilt gij dan de liederen nemen?’
Dat de vertaalster der ‘Gedroogde kruiden’ van Frits Reuter de lessen goed zou vertolken, dat wist ik. Dat het mij gelukken zou, de liederen niet al te gebrekkig over te brengen, daarop hoopte ik.
En ziehier nu het boekje. Neem en lees, en overdenk; - allicht heeft het ook voor u eene les der wijsheid, waarvan de betrachting u brengen kan tot het lied der tevredenheid.
e. laurillard.