De Vlaamsche vertelselschat. Deel 4
(1933)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend
[pagina 97]
| |
CCCLXXXII. Waarom de wandluizen plat zijnaant.Toen Noë al de dieren in zijn ark had opgenomen, kwamen daar nog twee wandluizen aangekropen, een manneken en een vrouwken, natuurlijk... Noë wilde dat volkje niet meenemen. Hij trapte die twee met den voet plat en schupte ze dan een eindje weg. Maar die viezerige beesten waren nog niet dood, al waren ze plat getrapt. Toen zij zagen dat Noë geen acht meer op hen sloeg, kropen ze voort en verborgen zich in een reet tusschen twee planken van de ark. Zoo zijn ze blijven leven tot groot ‘kretsel’ van de menschen. |
|