De Vlaamsche vertelselschat. Deel 4
(1933)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend
[pagina 92]
| |
CCCLXXVII. Waarom het neusbeen van den schelvisch ‘Sint-Pieterspen’ wordt geheetenaant.Sint Pieter bevond zich aan zee, toen hij er op peinsde zijn brieven te schrijven. Hij zocht een stift of eenig ander voorwerp dat hem als pen zou kunnen dienen. En dààr, vóór hem in 't zand, lagen enkele graten van een schelvisch. Hij zocht en zocht wat hem voor 't schrijven van dienst zou kunnen zijn. En zijn keus viel op 't gespleten neusbeen. Sindsdien heet men het neusbeen van den schelvisch: de Sint-Pieterspen. |
|