De Vlaamsche vertelselschat. Deel 4
(1933)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend
[pagina 79]
| |
CCCLXIV. Waarom de zwaluwen een gespleten staart hebbenaant.Op een avond bleef een zwaluw te lang rondfladderen. Een klamper, die in den omtrek op jacht was, kreeg ze in 't zicht en trachtte haar te overvallen. Daar opeens stortte hij op de zwaluw neer en 't gelukte hem haar met den bek bij den staart te grijpen. Gelukkig kon deze zich nog met geweld losrukken, maar een stuk van haren staart moest zij er toch bij inschieten. En dat zulks werkelijk gebeurd is kan men, op den dag van heden, nog zien aan den staart van de zwaluwen. |
|