De Vlaamsche vertelselschat. Deel 4
(1933)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend
[pagina 74]
| |
CCCLX. Waarom de nachtegaal grauwe veders heeftaant.God had bij de schepping den nachtegaal een vedertooi gegeven, zoo schoon als zijn zang. Hij stond daar heel en al in een gouden verve. Maar toen gebeurde het dat de menschen een geweldige jacht begonnen te maken op dien gouden vogel. Dat kon God niet lijden. Hij verfde daarop den nachtegaal met vale rosse kleuren, zoodat zijn veeren thans aan verdorde blaren gelijken. |
|