De Vlaamsche vertelselschat. Deel 4
(1933)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend
[pagina 58]
| |
CCCXLVI. De vos en de kataant.Ge weet, vos en kat zijn niet erg te betrouwen. Eens hadden zij een verbond gesloten. Zij kwamen overeen om te zamen op roof te gaan en altijd eerlijk te deelen. Ge ziet van hier hoe lang dat duren kon! Luister maar: Hun eerste vangst was een dikke, vette rat. De vos begeerde de rat heel en al voor zich alleen en de kat eveneens. En daar de eene aan de andere niet wilde toegeven, besloten zij naar de stad te gaan, de rat te verkoopen en 't geld te deelen. En ze vertrokken. Als ze aan de stadspoort gekomen waren, vonden zij er de honden op wacht en gereed om op hen los te gaan. De kat klom ijlings in een boom en de vos, die de doode rat droeg, vluchtte in 't naast-gelegen bosch, terwijl hij nog even tot de kat riep: - Wat kan ik nu al anders dan de rat zelf binnenspelen! En zoo deed hij ook. Daarmede was het bondgenootschap van den vos en de kat ineens amen en uit. |
|