De Vlaamsche vertelselschat. Deel 4
(1933)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend
[pagina 56]
| |
CCCXLIV. De hongerige vos en de zeven lompe geitjesaant.Een hongerige vos zag eens, toen hij huiswaarts ging, zeven jonge geitjes spelen in een wei. Likkebaardend hield hij z' in 't oog. Toen ze met spelen gedaan hadden en terug naar hun moeder trokken, lei de vos zich neer te midden van de laan, langs waar ze komen zouden en deed permentelijk of hij dood was. Zoodra de geitjes daar hun grootsten vijand roerloos zagen liggen, begonnen ze van plezier te dansen. Ten slotte maakten zij, poot aan poot en al zingende, een rondedans om het lijk. Op dat oogenblik had de vos gewacht. Eensklaps sprong hij recht. De geitjes wilden op de vlucht gaan. Te laat! Meer dan de helft werden door den slimmen roodharigen bandiet opgegeten. |
|