De Vlaamsche vertelselschat. Deel 4
(1933)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend
[pagina 36]
| |
CCCXXVI. Waarom de leeuwerik nooit rustaant.Na veel alteraties te hebben uitgestaan, gelukte het aan de heilige familie, op hare vlucht naar Egypte, even wat uit te rusten in 't lommer van een palmboom. En terwijl ze daar zaten, de heilige maagd met het kindeken en Jozef er nevens, graasde de ezel wat verder. En toen vloog boven hun hoofd een leeuwerik in de lucht, kwetterend en schetterend. 't Was een geschuifel, niet om uit te staan. De heilige maagd kon 't niet langer uithouden en schreide: - Terwijl ik in verdriet zit neergedrukt, schuifelt gij blij, alsof er niets dan vreugd op de wereld ware! Schuifel maar voort, zoo luid en zoo lang ge wilt, maar rust op een boomke of in het lommer zult ge nooit meer kennen. En let er eens op, gij zult geen leeuwerik op een boomtak of in 't lommer zien zitten en altijd-aan is hij aan 't kwetteren! |
|