De Vlaamsche vertelselschat. Deel 4
(1933)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend
[pagina 25]
| |
CCCXVI. Waarom de katten zich schoon maken na het etenaant.Er was eens een kat en die had een vogeltje gevangen, een klein en aardig sijsje. Ze maakte zich gereed het met ‘hood en poot’ binnen te spelen. 't Sijsje, dat uitgeslapen was, zei: - Keizers kat hare nicht wascht zich altijd de pootjes eer ze begint te eten. Fier en hooveerdig was die kat, gelijk alle katten, en ze wilde doen gelijk Keizers kat hare nicht en ze liet het sijsje los en begon zich de pootjes te likken. 't Sijsje vloog er sjilpend vandoor. Nu zijn de katten slimmer geworden, ze likken zich alleen de pootjes en wasschen zich 't snuitje af, wanneer ze de vogeltjes hebben binnengespeeld. |
|