De Vlaamsche vertelselschat. Deel 3
(1929)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend
[pagina 141]
| |
CCXXXVII. Hoe het rooken in de wereld kwam.aant.Weet je wel, waar het rooken vandaan gekomen is? Dat komt van den duivel! De boeren gingen vroeger altijd naar de hei om plaggen (vlaggen) te steken met een rozenkrans om te bidden. Want het is natuurlijk vervelend om zoo'n lang eind te loopen. Toen kwam een boer eens een kerelGa naar voetnoot(*) tegen; die had een stok in zijn mond met een gat erin, en daar kwam rook uit. Toen vroeg de boer aan dien kerel, wat dat eigenlijk was. En die zei: - Als ik ver moet loopen dan doe ik dat altijd; dan verveel ik mij zoo niet. En zoo kwamen de boeren aan het rooken en ze lieten het bidden na. |
|