De Vlaamsche vertelselschat. Deel 1
(1925)–Victor de Meyere– Auteursrecht onbekend
[pagina 213]
| |
XXX. Do-Maskeaant.(Al vertellend maakt men bovenstaande teekening.) Do-Maske woont in een huizeken. En er staan twee schouwkens op Do-Maske's huizeken en in het geveltje zijn er twee vensterkens ook en een deurken; en daaronder ligt een dorpelken. Eens ging Do-Maske wandelen. Zij ging en ging en bleef gaan, tot zij aan den voet van een hoogen berg kwam. Dien berg klom zij op en toen zij op den top gekomen was viel zij steil naar beneden. Maar moedig klom zij weer naar boven. Onderwegen viel zij echter opnieuw de diepte in, maar verhaastte zich onmiddellijk weer naar boven te klauteren. Dan ging zij rechtdoor, een langen tijd, tot zij eensklaps opnieuw in de diepte viel. Weer klauterde zij op, maar viel opnieuw beneden in den afgrond. Toen besloot ze maar naar huis te trekken. En dat deed zij ook. Maar toen Do-Maske thuis kwam veranderde, zij in een kat. |
|