Uyt-heemsen oorlog ofte Roomse min-triomfen(1651)–Matthijs van der Merwede– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Sendomi lasciato ingannaar d'un Hollandese, che mi haveva promesso di farmi un certo servitio à Venetia, dove arrivati insieme mi mancò di parola, Sonnetto. Terwijl ik hier den top van mijnen ramp beprat, Om dat een Ezels poot my om den thuyn most leyen; En buyten mijn gesicht most uyt de Weereld scheyen, Die die alleen 'tgeheym van mijne ziel besat. Ga ik met donker oog hier muyten door de Stad, En seggen in mijn self, sonder mijn self te vleyen, Wat wast, of't wrevlig Room ook ging u vyer verspreyen, En u gespliste min bracht op een dwalend padt? [pagina 152] [p. 152] En het vergode Kind, de peerel van u lier, Dien lang benijden buyt van u geroemden hengel, Veraerde van u ziel, vervremde van u vyer, Soo kniel ik voor den Schijn van dees' vermomden Bengel, Soo stoot ik alles om, en heet met dullen swier Mijn Hemel mijne Hel, mijn Duvel mijnen Engel. In't lest van Julij 1650. my zijnde toe-gesonden door mijn Schoon-broeder een seker onbeschaemt en ongegrond Protest van Huwelijk. Sonnet. Daer weerd den Hemel self den Schip-breuk van mijn kiel, Die een verdoemde kust had in het oog genomen, Daer stort den Antikrist van mijn verliefde droomen. Den Bel van mijne min, den Af-god van mijn ziel. Daer is't verraed ondekt, dat mijne rust onthiel, Daer leyt 'tvermomde hooft, dat de verleyde stroomen, Van Merwens klaren duyl dee op haer gronden komen, Op dat al sijne deugd in haer gebied verviel. Maer neen, vervallen...... 'kRoep Merwens minne-glans weer uyt u duysterheden, En doe u dul verwerp voort bersten in verschil. En sal u, en den ...... Soo winden om mijn erm, soo dwingen na mijn wil, Dat gy noch om mijn min sult storten u gebeden. Vorige Volgende