Uyt-heemsen oorlog ofte Roomse min-triomfen
(1651)–Matthijs van der Merwede– Auteursrechtvrij
[pagina 127]
| |
Della forza delle mie fiamme, e contra quelli ch' invidiaveno la gran' fortuna de' miei amori.
MYN moedig vyer dat niemand oyt dee wijken,
Ga ik met recht den Pallem vergelijken,
Die schoon ten hoogst beswaerd stijgt tegen sijnen last
En in verdrukking en met sterker scheuten wast;
Die hier weleer in loop-strijd van de wagen
Tot teeken van verwinning wierd gedragen,
En, eer dat Grieken-landt haer deugden had verkracht,
Meer van de Roomse jeugd wierd als het goud geacht.
En mijns gevoels, om in triomf te dragen,
Haer meer als Lauwer takken most behagen;
Want schoon het Lauwer-blad geen vyer noch blixem lijd,
Wat draegt het van de krijg? wat heeft het van den strijd?
Ik sach veeleer uyt neerlag van de Franssen
Mijn rookend breyn met esch of klim bekranssen,
Want d'een sijn schaduw selfs schrikt aller Slangen trots,
En d'ander wortelt ook in d'alderherdste rots,
Al beelden van mijn ongedwonge vlammen,
Die schier de heele Wereld gaen vergrammen,
Maer, met een nijdig oog en blaeu-verbleekt gesicht,
Doen schriken voor haer kragt, doen schuylen voor haer licht,
In't duyster en van vers haer lagen maken,
En droevig gif op mijne vreugden braken,
Dat raek noch vat en heeft; daer ook mijn min of grim,
Waer dat ik immer vat, is erger als de klim.
Op Engel op, kom desen brand beloonen,
Kom my het hooft met Pallem-takken kroonen,
Hang kranssen aen de wand, steek vaen en wimpel uyt,
En neem mijn sangen voor deGa naar margenoot⋆ bundels van den buyt.
En alle sorgen in de Zee gesmeten,
En op mijn leger in triomf geseten,
| |
[pagina 128]
| |
Thoon eens benijden schoot, en peerel van mijn lier,
De moed van mijne min, de krachten van mijn vyer.
Gaet Amaril van verren eens bejokken,
Met al haer ongegronde minne-wrokken,
En thoon haer in het licht van mijn benijden dach,
Wat dat 'tbevochte vyer van mijne min vermach.
Soo mach sy eens verwerd in minne-plichten
Self mijn trofeën aen de Dong doen richten,
En eyschen van de Goôn, met een verliefde bee,
Uyt buytelandse krijg, een binnelandse vree.
|
|