6. Conclusie
De drie drempelteksten, Masjienekomedie, Notenschrift (1) en Handleiding, vormen een inleiding op een boek dat zelf een een drempeltekst is, een voorbereiding op een geschrift dat aan alle vormen ontsnapt. Het boek bevat fragmenten waaruit kan worden opgemaakt dat de schrijver zich een beeld probeert te vormen van de geschiedenis, een individu en de maatschappij. Tegelijkertijd ontstaat de indruk dat de schrijver verstrikt raakt in zijn pogingen en dat zijn rol wordt overgenomen door het boek. Het is alsof het boek zijn wetten oplegt aan de schrijver. Het zoeken naar die wetten is een activiteit die zichzelf in de staart bijt.