Sluiproutes en dwaalwegen
(1991)–Anthony Mertens– Auteursrechtelijk beschermdAspecten van een liminale poëtica toegelicht aan de hand van het werk van Jacq Firmin Vogelaar
3. De mythe van de drempelDe drempel moet een bijzondere plaats hebben ingenomen in de mythische verbeeldingswereld. Ze was onlosmakelijk verbonden, schrijft de theoreticus van de mythen Ernst Cassirer, met een ‘mythisch-religieus oergevoel’ [1973: 127]. Ze was omgeven door een enorm repertoire aan rituelen waarin steeds door alle verschillen heen ontzag voor het heilige is uitgedrukt. In eerste aanleg moet de drempel synoniem zijn geweest met altaar. Op de drempel als offertafel werden bloed- en plengoffers gebracht. In zeer verschillende culturen was het de gewoonte dat wanneer een vreemdeling zijn opwachting maakte bij een gemeenschap, een dier werd geslacht en het bloed over de drempel werd gesprenkeld. Dat offer werd gebracht als teken van welkom aan de bezoeker. Zo werd een verbond gesloten tussen de gemeenschap en de bezoeker ten overstaan van de God aan wie de drempel was gewijd.Ga naar voetnoot[3] De religieuze drempelrituelen van de latere culturen doen vermoeden wat oorspronkelijk een van de functies van de mythen als weerspiegeling van de vroegste rituelen moet zijn geweest: de vertaling van de numineuze onbepaaldheid in een wereld van namen, de reductie van het onbekende op het bekende. Op de drempel is het ritueel de geïnterpreteerde vorm van de vreeswekkende kwaliteit van het numineuze, dat in de ‘mildere vormen van ontzag, eerbied, van verwondering en verbluffing’ onschadelijk werd gemaakt [Blumenberg, 1979: 72]. De drempelrituelen moeten de overgang tussen de profane en sacrale wereld hebben uitgebeeld.
Maar de drempel was in de mythische belevingswereld ook een bevoorrechte plaats omdat ze het uitgangspunt vormde van het gemeenschapsleven. De drempel was de eerste steen van een habitat.Ga naar voetnoot[4] Het was de heilige grens waarmee de wereld van de familie, later van een gemeenschap van families, een stad en tenslotte een land werd afgebakend tegen de buiten- | |
[pagina 25]
| |
wereld. De drempelriten gaan dan ook terug naar het begin van sociaal leven. De drempelriten markeerden elke fase in het leven van een sociale groep, van een huwelijk, een familie, een stad. Heel vaak werden er de inwijdingsriten voltrokken: bijvoorbeeld de besnijdenisriten, waarmee jongens in de wereld van de volwassenen werden opgenomen.Ga naar voetnoot[5] Met name deze inwijdingsrituelen hebben in de antropologie de aandacht getrokken. Eliade heeft ze eens omschreven als de riten ‘die de radicale verandering nastreven van de religieuze en de sociale status van de persoon die wordt ingewijd’ [1984: 10]. De initiatie dient de transmutatie van de lotsbestemming van de inwijdeling. Hij moet zijn leven (normen en waarden) in de waagschaal stellen, opofferen, door de dood heengaan om te worden herboren in een nieuw leven. |
|