Langs den Heirweg(1932)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 83] [p. 83] De componist. Hij had de deuren afgesloten En alle vensters dichtgedaan. Toen is zijn leven weggevloten En weer als melodie ontstaan. Ontbindingen, en samenstroomen Van zielsbezit en zinnenbuit, Vermoedingen en vondsten komen Schokkend en glijdend tot geluid. Het is een eindeloos versterven En staren naar de zaligheid En Christus' eeuwig leven erven, Dat hart en lied bindt en bevrijdt. En voor zijn instrument gezeten, Door leed gelouterd en geheeld, Heeft hij zijn diepst en ongeweten Leven aanvaard en uitgespeeld. Vorige Volgende