Langs den Heirweg(1932)–Willem de Mérode– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] In memoriam. II. God heeft u in Zijn licht geheven. Wij zien den hemel door een floers En zijn op u en God jaloersch. Want wij zijn zeer alleen gebleven. Hij heeft in dit verwilderd leven De vreugd als kruimelen gestrooid En ons gevangen en gekooid. U is de vrijheid weergegeven. Wij zagen uw verlicht ontzweven. En ons geloof kent geen verdriet: Gods gunstelingen sterven niet. Wij moeten nog een wijle leven, Tot wij zoo stil zijn en zoo licht Als uw verheerlijkt aangezicht. Vorige Volgende