Wat wonders, wat nieuws! De zeventiende eeuw in pamfletten
(2002)–Marijke Meijer Drees, Els Stronks[p. 23] | |
Neêrlands beste dichter gezocht (1630)aant.d'Amsterdamse Academie aan alle poëten en dichters der Verenigde Nederlanden, liefhebbers van de gouden vrijheid.
Apoll', op Helicon gezeten,1
vraagt al zijn heilige poëten,
wat best' en ergste tongen zijn,3
of waarheid zalig maakt of schijn?
5
Of dwang van vrome christenzielen5
niet dient om Holland te vernielen?
Of vrijheid dan niet was de schat,
waarom men eerst in oorlog trad?
Of ook in goed bestuurde steden
10
een oproerkraaier wordt geleden?10
Of huizenplund'ren steden sticht?11
Of d'eed geen burgerij verplicht?12
En of zich leraars niet verlopen,13
wanneer ze deze band losknopen?14
15
Wiens antwoord 't kortst' en bondigst' is,
en klaarst' in deze duisternis,
die zullen d'Academieheren
met ene prinsenroemer eren,18
waar Pallas, met haar diamant,19
20
in sneed de veldheer van het land,20-21
die met 's-Hertogenbosch ging strijken,
waar Maurits tweemaal af moest wijken.22
IJver | |
[p. 24] | |
Amsterdamse Kakademie of guitschool, aan alle opeters en dronkaards, liefhebbers van de volle kannen.
Al-vol, op hele ton gezeten,1
vraagt al zijn dronken, kale neten,
wat best' of ergste tongen zijn?
Of water dronken maakt of wijn?
5
Of drinkensdwang van Bacchusfielen5
niet dient om vol-kan te vernielen?6
Of zuiperij niet was de schat,
waarom hij eerst ontstak zijn vat?8
Of ook in goed bebierde steden,
10
een bierverzaker wordt geleden?
Of huisverdrinken 't lach ontsticht?11
Of eet' tot drinken niet verplicht?
En of zich dronkaards niet verlopen,
wanneer z'om bier de broek verkopen?
15
Wiens slempmaal 't slofst en slompigst is,15
en lijkt op dronkaards drek en pis,
die zullen d'Kakademie heren,
met een besmeurde pispot eren,
waar Bacchus met zijn dronken hand,
20
in sneed de vuilste fielt van 't land,20
die zo bespogen heen gaat strijken,21
dat Mors'bel voor zijn stank moet wijken.22
Anagram
Nu is, Joost van Vondelens,
25
wijs en heilig denkend mens,
in uw naam bevonden,
zo je ziet,
dat je hiet,
| |
[p. 25] | |
SOTJE VOL VAN ZONDEN.
30
Nacta est patella suum operculum.
Nu is de slimme pot gedekt,31
nu is de schimper weer begekt.
Antwoord op het vraagdicht van de Amsterdamse Academie door Joost van den Vondel
De beste tong die stemmen smeedde,
zong Gode lof, de mensen vrede.2
Wie zwijgend meest zijn deugd betoont,3-4
is die met vuur d'apostel kroont.
5
De snoodst' op aarde deed de mensen5
naar Gods verborgen wijsheid wensen.
De booste sprak in 't hemelrijk:7
‘Mijn macht zij d'hoogste macht gelijk.’
In hen sticht God Zijn heerschappijen,
10
die met hun doen 't geloof belijen.
Schijn, als een drog- en dwaallicht, leidt
wie haar maar volgt naar duisterheid.
De vrome zielen te belagen,
kan Hollands zachte grond niet dragen.
15
De Roomse geus het smekend blad,15-17
in Brussel ondertekend had,
zo goed als d'ander, en verzocht er
's lands vrijheid bij, aan 's keizers dochter.
De muiter die gerustheid haat,
20
loost altijd een geschikte staat.20
Waar d'ene burger 's anders muren
bestormt, de stad kan 't niet verduren.
| |
[p. 26] | |
Geen aardse god, of hij wordt bij23
een eed verknocht: meer schutterij.24
25
Welk' leraars ook die band ontlitsen,25
die kerven 't snoer der zeven flitsen.26
Antwoord aan de Amsterdamse Academische vragers
Dit's antwoord op uw slimme streken:1
de ergste tongen leugens spreken,
de beste, dat geen loze schijn,
maar waarheid Gods ons heil moet zijn.
5
Geen dwang zelfs kan de christenzielen,
maar wel hun goed en romp vernielen.
De ware vrijheid was de schat
waarom men eerst in oorlog trad.
Och nee, in goed bestuurde steden
10
geen oproerschrift toch wordt geleden,
geen burgerbannen steden sticht,
geen burgerlozen eed verplicht,
en zich de leraars niet verlopen
wanneer ze deze band ontknopen.
15
Onheil'ge dichters, bondig is
dit antwoord, zonder duisternis.
Dus wilt mij, Academieheren,
met ene prinsenroemer eren
waar Pallas met haar diamant
20
in sneed drie veldheren van 't land:
prins Willem, die de grond eerst leidde,
prins Maurits, die 't heeft opgebouwd,
prins Hendrik, die het gaat verbreiden,
en maakt dat elk zijn eer behoudt.
Vyer25 |
|