Wat wonders, wat nieuws! De zeventiende eeuw in pamfletten
(2002)–Marijke Meijer Drees, Els Stronks– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 27]
| |
Gewiekste drukker overtroeft Jacob Cats (1636)aant.Nieuwsgierige lezer,
Ter informatie gelieve u te weten dat op St.-JacobsdagGa naar eindnoot+ jongstleden de heer cats, raadpensionaris van Holland, door zekere kunstlievende en eerbare jonkvrouwe gegroet is en (bij wijze van spreken) versierd met bijgaande versregeltjes, die gepaard gingen met een fraai porseleinen bord. Daarin zat een stevige bloemenkrans, die aan de rand belegd was met vergulde laurierbladen, waarvan er drie kunstig waren beschilderd met drie godinnen, naakt afgebeeld als in het Parisoordeel, te weten Pallas, Juno en Venus.Ga naar eindnoot+ De laatste had haar wereldberoemde zoontje bij zich, met zijn gebruikelijke wapens.Ga naar eindnoot+ Genoemd vers werd door de bovenvermelde raadpensionaris beantwoord op de wijze zoals hierna te zien is. Nadat dit alles mij was toegezonden in een verzegeld papier op last van een zekere, mij echter niet bekende jongedame, heb ik besloten het door de druk de liefhebbers bekend te maken. Maar toen de heer raadpensionaris dit ter ore kwam, ben ik door hem aan zijn huis ontboden en heeft hij mij streng ondervraagd. Hoe was ik aan de voornoemde verzen gekomen? Ik antwoordde dat zij mij thuis waren toegezonden in een gesloten vel papier en dat ik niet wist door wie of waarvandaan. Hierop zei de raadpensionaris dat hij er beter acht op zou slaan, ook met de bedoeling maatregelen te laten nemen tegen de schaamteloze brutaliteit van sommige drukkers. Verder wilde zijne edelheid dat hem alle exemplaren van het pamflet bezorgd zouden worden, maar die waren al naar andere steden verstuurd en derhalve, zoals een geworpen steen, buiten mijn macht.
Nu weet ik niets beters tot mijn verontschuldiging te zeggen dan dat bijgaande zoetigheden niets te maken hebben met poli- | |
[pagina 28]
| |
tiek en niemand tot enig nadeel strekken, integendeel: ze zijn nuttig en aangenaam voor alle kunstlievende en ontwikkelde mensen. Dit is af te leiden uit het feit dat alle exemplaren - die er nochtans in flinke aantallen geweest zijn - in vier of vijf dagen onder de mensen zijn gebracht en daarom nu opnieuw gedrukt zijn. Dit heb ik de lezer evengoed toch bekend willen maken. Vaarwel. Aan de heer Jacob Cats, ridder, raadpensionaris van Holland, et cetera
Mijnheer, deez' groene kroon met bloempjes omgewonden
zendt hier, tot uwer eer, een maagd, u welbekend,
juist op Sint-Jacobsdag, met eigen hand gebonden.
Weegt gij het gunstig hart en niet het klein present.
5[regelnummer]
God geve dat ik u nog dikwijls mag bestekenGa naar eindnoot5
en dat gij leven mag ten dienste van het land,
zolang totdat u wordt met Nestor vergeleken,Ga naar eindnoot7
want gij zijt voor de staat een uitverkoren pand.Ga naar eindnoot8
Was ondertekend: M.D.W. Aan de eerbare en kunstzinnige jongedame M.D.W.
Gij hebt mij, zoete maagd, uit gunste toegezonden
een maagdelijk geschenk, een krans van bloemgewas,
ik heb er bovendien een versje bij gevonden
dat ik vernuftig vind en met genoegen las.
5[regelnummer]
Gij hebt mij zelfs vereerd met drieërlei godinnen:
met Pallas' beeltenis, met Juno bovendien,
ook kwam er in het spel de moeder van het minnen,
en zelfs haar mollig' kind, dat was erbij te zien.
| |
[pagina 29]
| |
Wat Pallas zeggen wil, dat kan ik wel bevroeden:
10[regelnummer]
gij wenst mij wijsheid toe in mijn bezwaarde staat.
En waartoe Juno dient, dat kan ik ook vermoeden:
zij leert mij waardig zijn - dat is een groot sieraad.
Maar wat dat u beweegt een Venus mij te schenken
en hoe haar dartel kind op mij nu letten kan,
15[regelnummer]
dat kan ik, hoe dan ook, in genen deel bedenken,
want ik ben nu voortaan een afgesleten man.Ga naar eindnoot16
Ik heb een vrouw gestreeld tot in de twintig jarenGa naar eindnoot17
en die genoot alleen de kracht van mijne jeugd.
God gaf mij vruch baar zaad en haar het kinders baren
20[regelnummer]
en dat was toentertijd geheel mijn aardse vreugd.
Maar dat is al verkeerd. Die zon heeft ooit geschenen,Ga naar eindnoot21
mijn lieve wederhelft is van mij weggerukt,
mijn jeugd, die is vergaan en als een rook verdwenen,
en 't is een lastig ambt dat op mijn schouders drukt.
25[regelnummer]
Nu 's Venus boos op mij en dat niet zonder reden,
en haar chagrijnig kind, dat gunt mij geen vermaak,
- dat heb ik wel gemerkt - als gene tijd geleden,Ga naar eindnoot27
zodat ik nu voortaan die hele handel staak.
Het is dus zonder grond mij Venus toe te zenden,Ga naar eindnoot29
30[regelnummer]
die bij geen grijze baard maar jonge lieden past.
Ai, lieve, wilt haar beeld van mijn gezichte wenden,
mij dient geen dartel spel, ik draag een zware last.
Zo sprak ik, aardig kind, tot smaad van uwe zaken.
Maar nee, ik heb het mis: gij doet niets ongegrond,
35[regelnummer]
gij hebt mij - naar ik meen - tot rechter willen maken,
zoals eens Paris was, toen Venus voor hem stond.
Gij zendt naar mijn vertrek drie naakte jonge vrouwen
en vraagt - zoals ik denk - wie dat ik geef de prijs?
Gij meent dat ik de lust zal kunnen tegenhouden,
40[regelnummer]
mits ik vol jaren ben en schier ten volle grijs.
Welaan dan, nu gij wilt dat ik zal rechter wezen,
hoort wie dat ik de prijs in deze geven zal:
| |
[pagina 30]
| |
Bij Venus pas ik niet, ik ben ervan genezen,
en Juno acht ik hoog, maar Pallas bovenal.
J. Cats |
|