die van de Protestantsche zending doordrong, de heerschappij tot den huidigen dag heeft behouden.
Het Bataksche manuscript is, waar het op zeden en gebruiken aankomt, uit den aard der zaak kort, omdat het geschreven werd voor iemand, van wien de schrijver wist, dat hij daarin geen oningewijde was. Waar dus over die dingen in het verhaal voor de Nederlandsche lezers wordt uitgeweid, heb ik het oorspronkelijke schriftstuk uit mijn daarginds opgedane kennis aangevuld.
De landschappen Pasariboe en Nai Pospos liggen aan de westkust van Soematra tusschen Siboga en Baros. Zij worden door de Sorkamrivier of Aek Siboendong van elkander gescheiden. Het Nederlandsch-Indisch gouvernement, tot welks gebied die landschappen in naam behooren, heeft er weinig invloed. De Bataksche bevolking leeft er nog in haar oorspronkelijk heidenschen toestand. Binnenlandsche oorlogen zijn er aan de orde van den dag.
De maagdelijke bodem dier streken is zeer vruchtbaar. Sawah's of natte rijstvelden zijn er wel is waar moeilijk aan te leggen, omdat de oevers der rivier te hoog boven den gemiddelden waterspiegel liggen, en het der bevolking voor den aanleg van uitgestrekte waterleidingen aan eensgezindheid ontbreekt. Maar de ladang's of droge rijstvelden leveren een uitstekend product op.
Heel veel vlijt en moeite wordt er echter door de bevolking aan den rijstbouw niet ten koste gelegd. De producten van den tuinbouw, die voornamelijk uit bananen, cocosnoten en suikerriet bestaan, voorzien bijna voldoende in de dagelijksche behoeften.
De mannelijke bevolking is over het algemeen vadsig en lui, en laat het bewerken der tuinen aan de vrouwen over. Vele hoofden zijn met Europeesche spiritualiën niet onbekend gebleven en maken er druk gebruik van terwijl de minderen zich met