'Pidári'. Of de strijd van het licht tegen de duisternis in de Bataklanden
(1903)–J.H. Meerwaldt– Auteursrecht onbekendJ.H. Meerwaldt, 'Pidári'. Of de strijd van het licht tegen de duisternis in de Bataklanden. H.H. Londt, Utrecht 1903
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: AAP 482
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van 'Pidári'. Of de strijd van het licht tegen de duisternis in de Bataklanden van J.H. Meerwaldt uit 1903.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (π2, π3, IV, VIII, X, 98, 100, 144, 164, 257, 260) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina π1]
PIDÁRI.
[pagina π5]
‘Pidári’
of
De strijd van het licht tegen de duisternis in de Bataklanden.
Vier verhalen
door
J.H. Meerwaldt,
Zendelingleeraar,
met een inleidend woord van J.P.G. WESTHOFF.
UTRECHT - H.H. LONDT.
1903.
[pagina π6]
Boekdrukkerij - H. Germs FHzn. - Doesburg.
[pagina V]
INHOUD
I | ||
---|---|---|
Aan banden der slavernij ontkomen. | ||
1e Hoofdstuk. Een Bataksch dorpsstandje. | Bldz. 1. | |
2e Hoofdstuk. Een heidensch offerfeest. | Bldz. 11. | |
3e Hoofdstuk. Een nieuwe wereldburger. | Bldz. 20. | |
4e Hoofdstuk. Sluipmoord en oorlog. | Bldz. 27. | |
5e Hoofdstuk. Een ‘lieve’ neef. | Bldz. 39. | |
6e Hoofdstuk. Door verraad gered. | Bldz. 50. | |
7e Hoofdstuk. Een oprecht Christen. | Bldz. 55. | |
8e Hoofdstuk. Op nieuw in gevaar. | Bldz. 66. | |
9e Hoofdstuk. Onder de hoede der gezanten Gods | Bldz. 75. | |
10e Hoofdstuk. Een getrouw medestrijder. | Bldz. 83. | |
II | ||
Hoog bezoek in het land der wilden. | ||
1. Silindoeng in het jaar 1868. | bldz. 101. | |
2. Een verademingbrengend gerucht. | bldz. 115. |
[pagina VI]
3. Hoe heidensche verwarring tot rust werd gebracht | bldz. 124. | |
4. Nagalmen en teleurgestelde verwachtingen. | bldz. 137. | |
III | ||
---|---|---|
Panggalamëi, een tijger in menschengedaante. | ||
1. De Bataksche weerwolf. | bldz. 145. | |
2. Listige menschenroof. | bldz. 151. | |
3. Het kwaad loont zijn meester. | bldz. 160. | |
IV | ||
Johannes Harahap of Door ellende tot geluk. | ||
Inleiding. | Bldz. 165. | |
1e Hoofdstuk. Ompoe Porolho, een Bataksche groote | Bldz. 170. | |
2e Hoofdstuk. Hoe aardsche grootheid ook in de Bataklanden vaak vergaat | Bldz. 174. | |
3e Hoofdstuk. Ompoe Porolho's laatste pogingen om weer tot aanzien te geraken | Bldz. 183. |
[pagina VII]
4e Hoofdstuk. Hoe een Batak arm en weer rijk werd | bldz. 194. | |
5e Hoofdstuk. Uit het Bataksche kinderleven. | bldz. 202. | |
6e Hoofdstuk. Hoe een gelukkig gezin in ellende werd gedompeld | bldz. 206. | |
7e Hoofdstuk. Hoe Si Laboe vlucht en bij een zendeling komt. | bldz. 210. | |
8e Hoofdstuk. Si Laboe (Solot) wordt Christen en gaat naar de normaalschool | bldz. 223. | |
9e Hoofdstuk. Johannes wordt onderwijzer en zijn moeder en zuster worden uit het blok bevrijd. | bldz. 228. | |
10e Hoofdstuk. Johannes als onderwijzer en prediker. | bldz. 236. |